Albert Ploeger Kunstmeditaties

(Categorie: Algemeen)

Vrouwen in de kunst

Ruim zestig vrouwelijke kunstenaars, is het niet geweldig. Tja, op honderden mannen, dat wel. Maar toch, ze zijn uit de kast gehaald door de samenstellers van de tentoonstelling De Collectie Stedelijk Base die (nog geruime tijd) een overzicht biedt van werken uit eigen collectie vanaf de opening in 1895. Ik moet bekennen dat ik slechts van een paar vrouwen de namen herkende. Dat komt mede, omdat ik mij weinig bezighoud met fotografie, wandkleden en zogeheten toegepaste kunst, die veertig procent van Stedelijk Base omvat. Ik heb dankbaar gebruik gemaakt van de beschrijvingen bij de werken.

Anna Boch - portret van een vrouw

Het oudste werk van een vrouw dat we zien, is in 1890 gemaakt door Anna Boch (1848-1936). Zij was de enige vrouw uit de Brusselse avant-gardistische groep Les XX, en maakte naam met een stijl die de lichtgekleurde landschappen van – o.a. Van Gogh’s – impressionisme combineerde met de penseelvoering van het pointillisme. De staande vrouw op dit schilderij heeft geen duidelijke contouren, maar is afgetekend door zorgvuldig samengestelde kleurcombinaties.

Olga Rozanova - stadsgezicht

Het tweede kunstwerk van een vrouw is een kubistisch schilderij van Olga Rozanova (1886-1918) uit 1912. Dit stadsgezicht, dat volgens de beschrijving bijna in elkaar lijkt te klappen, is opgebouwd uit geometrische, hoekige vormen die desondanks rechtdoen aan de waargenomen realiteit. De dieptewerking vervalt doordat alle ruimtelijke vormen zijn platgedrukt en zo lijken de daken van de gebouwen juist uit het doek naar voren te steken.

Suze Robertson - de vispoort van Harderwijk

Daarna komt in de tijdsorde een werk van Suze Robertson (1855-1922). Zij werd geprezen door haar tijdgenoot Breitner (die ik wel goed ken!). Zijn lof is begrijpelijk wanneer men zijn eigen werk, uit de Amsterdamse school van het impressionisme, vergelijkt met dat van haar, zoals hier, De vispoort van Harderwijk uit 1920.

Voor werk vanaf 1980 moet ik de kelder verlaten en naar boven gaan voor Base deel II. Bijna een eeuw later is er kunst die een heel andere uitstraling heeft, zoals installaties. Hier zien we er een goed voorbeeld van: Who Speaks (december 1982) van Iris Kensmil uit 2008/2010. Het werk bestaat uit portretten in pastel en inkt op papier, van vijftien Surinamers die in december 1982 vermoord zijn omdat zij zich hadden uitgesproken tegen het militaire regime van Desi Bouterse. Voor Het Stedelijk Museum vernieuwde Kensmil de installatie met passages uit de roman De smaak van Sranan Libre van Edgar Cairo, geschreven in reactie op de moorden.

Iris Kensmil - who speaks (december 1982)
Iris Kensmil - who speaks (december 1982)

De installatie van Kensmil, die inmiddels een bekend kunstenaar is geworden, is zeer aansprekend. Juist omdat het werk zo sober is uitgevoerd roept het bittere gevoelens op over de macht van een dictator.

Twee fotografen

Emmy Andriesse - jongetje met pan

Emmy Andriesse (1914-1953), die vanwege haar joodse afkomst in de oorlog was ondergedoken in Amsterdam, werd vanaf de oprichting in 1943 lid van De Ondergedoken camera. Dat was de groep, opgericht door Fritz Kahlenberg die onder zeer gevaarlijke omstandigheden de ontberingen vastlegde van de Amsterdamse bevolking. Ze documenteerden vanuit een esthetische visie een nauwelijks te bevatten tijdsperiode. Emmy’s legendarische foto van een uitgehongerd jongetje is daar het meest schrijnende voorbeeld van. Het ventje, dat met een pan in de hand op weg is naar de gaarkeuken werd de personificatie van de honger en de wanhoop in Amsterdam tijdens de Hongerwinter van 1945. Tot nu toe kende ik met name de foto van Cas Oorthuys die voor mij een symbool is van de honger.

Emmy Andriesse fotografeerde de slijtageslag door letterlijk in te zoomen op versleten schoenen, het verzamelen van kolen, hout en voedsel, en de van voedselgebrek getekende gezichten, zoals dat van het jongetje dat met zijn pannetje. Maar de reportage van Andriesse is meer dan een historisch document van Amsterdam. Zij roept beelden op van de conditie van steden in oorlogstijd, tot de dag van vandaag; van de omstandigheden waarin mensen zijn teruggeworpen op de meest directe relaties van verbondenheid, maar ook die waarin isolement van beslissende betekenis kan zijn en het recht van de sterkste gaat gelden.

Nancy Goldin - portret van Cookie Mueller
Cookie Mueller, foto Nan Goldin

In een heel andere tijd leeft Nan Goldin, de beroemde, in 1953 geboren Amerikaanse kunstfotograaf. Zij heeft jarenlang contact gehad met Cookie Mueller, een grillig fabuleus fenomeen in de wereld van de Amerikaanse kunst en showbusiness, die op veertigjarige leeftijd aan aids is gestorven. Goldin maakte geregeld foto’s van Cookie, die ze haar idool noemde. In Base hangt er een overzicht van, waaronder de beide hier getoonde. Met een handgeschreven brief hoe ze zich, door haar foto’s, Cookie zou blijven herinneren.

Ed van der Elsken - portret van Nan Goldin en Cookie Mueller
Nan Goldin en Cookie Mueller, foto Ed van der Elsken
memorandum door Goldin over Mueller

In een memorandum beschrijft Goldin haar vriendin. Ze had allang gevoeld dat haar idool Cookie Mueller een leven leidde waaraan ze ten gronde zou gaan. Daarom ging ze haar jarenlang fotograferen, zodat ze, als Cookie zou sterven, wist dat ze haar voor altijd bij zich zou houden.

Nog twee werken, omdat ik ze bijzonder vind

Op deze tentoonstelling hangt – allicht – ook werk van twee in Nederland zeer beroemde kunstenaars, die voor mij hors catégorie zijn en waar ik al eerder over geschreven heb. Ik bedoel de fotograaf Rieneke Dijkstra en de schilder Marlene Dumas. Maar hier sluit ik af met twee werken die ik ook bijzonder vind.

Lawler, installatie Lawler, installatie

Louise Lawler (ong. 1995) laat een foto zien onder een halve kristallen bol. De foto toont een deel van de collectie-opstelling, de jaren 80, die was samengesteld door de toenmalige directeur Rudi Fuchs. Hoewel de bol het beeld enigszins vervormt, vallen er toch meerdere spraakmakende werken uit dat decennium te herkennen. Met haar minimaal bewerkte documentatiefotografie brengt Lawler traditionele opvattingen over ‘creativiteit’ en ‘originaliteit’ aan het wankelen. Tegelijk peilt ze hoe ons beeld van kunst wordt beïnvloed door verschillende vormen van representatie en de keuzes van instellingen en conservatoren die daarachter schuilgaan.

De St Phalle - Tir (Shooting Altar) De St Phalle - Tir (Shooting Altar) De St Phalle - Tir (Shooting Altar)

Van Niki de Saint Phalle staat er een prachtig en baanbrekend werk uit haar periode als Nouveau Realiste rond 1970, Tir (Shooting Altar). Zij bevestigde voor deze assemblage eerst diverse gevonden voorwerpen op een altaarstuk, en schilderde het daarna in z’n geheel wit. Vervolgens maakte ze er met verf gevulde zakjes aan vast en schoot die stuk met een geweer. Het eindresultaat is een oppervlak waar lukraak verf overheen is gedropen. Op deze manier benadrukte De Saint Phalle het belang van de uitvoering, het proces en de rol van het toeval in het maakproces, en juist niet het unieke handschrift van de kunstenaar, dat eerder afkomstig is van de altaarbouwer.

De Saint Phalle zal dit specifieke onderwerp ook gekozen hebben als wraakoefening tegen haar vrome vader, die haar jeugd had verpest; ze zou zich nu ‘Me-too’ kunnen noemen. Ze maakte bewust gebruik van agressie in haar Tir-serie (tir is schiet) en kreeg zo de naam een kunstenaar te zijn die tradities ondermijnde en de moderne cultuur bekritiseerde.

Overigens heeft zij daarvoor en vooral in de resterende 32 jaar van haar leven, deels samen met Jean Tinguely, veel publieke kunstwerken in bonte kleuren gemaakt, zoals de vrolijke fontein bij het Centre Pompidou in Parijs.

trap, in the end

Ik ben In the End aan m’n end en zal zeker terugkomen om meer dingen beter te kunnen zien. Hoewel? Is dit van Barbara Kruger? Als ik dit lees… In the end, Hope is lost? Anger Fades? Lies prevail? You disappear? You’ve had your chance? Of toch iets nieuws? We zullen zien.