Albert Ploeger Kunstmeditaties

(Categorie: Bijbels)

Marianne Werefkin en het geheim van het leven

Bij haar schilderij De zwarte vrouwen

In de korte tekst uit het evangelie van Johannes, hoofdstuk 10:27-30 staat alles wat christenen in hun leven verlangen. Want Jezus zegt: “Mijn schapen horen naar mijn stem, ik ken ze, ze volgen mij, en ik geef ze eeuwig leven.” Het hele geloofsmysterie zit erin verborgen. De weg van Jezus’ leven, zijn dood en opstanding, en vervolgens ons leven, sterven en het nieuwe leven.

Verborgen, mysterie. Want ook al twijfelen wij geen moment aan Jezus’ woorden, we blijven toch ons leven lang vragen houden. Hoe horen wij Jezus’ stem? Wat zegt ons: Jezus’opstanding? Wat houdt voor ons in 2011 het volgen van Jezus in? Wat betekent voor ons ‘eeuwig leven’?

Ik denk dat wij voor het verstaan van ons leven, ook als gelovigen, veel kunnen leren van kunstenaars. Iedere mens kan met zijn zintuigen de gewone dingen waarnemen, de natuur en alles wat mensen maken. Er is echter meer dan het gewone. De natuur brengt leven, maar ook ziekte en dood. Het doen en laten van mensen kan zowel positief als negatief zijn. Spirituele mensen, waaronder kunstenaars, stellen vragen bij de natuurlijke loop van de dingen en het gedrag van mensen.

Marianne von Werefkin
Marianne von Werefkin: De zwarte vrouwen

Marianne von Werefkin heeft dat van jongs af aan gedaan. Ik heb haar schilderij De zwarte vrouwen gekopieerd, dat zij precies 100 jaar geleden heeft gemaakt. Zij was een Russische barones, die echter opgroeide in Litouwen, binnen de russisch-orthodoxe kerk. Later trok ze eerst naar Murnau in Zuid-Duitsland, waar ze deel uitmaakte van de kunstenaarsgroep Der blaue Reiter en gehuwd was met Alexej von Jawjensky. Tenslotte week ze – vanwege de Nazi’s – uit naar het Zwitserse Ascona. Ze leidde een bewogen leven; ze was zowel lichtvaardig als bezonnen, zowel ontoombaar als bedachtzaam, zowel emotioneel als beschouwend.

Zoals wel meer kunstenaars zei ze dat kunst er is om dingen zichtbaar te maken die er niet letterlijk zijn. Dat is, denk ik, nu juist precies wat de overeenkomst is tussen kunst en godsdienst. Kunst toont dromen van de kunstenaarsziel, die de werkelijkheid omhullen. Je ziet gewone dingen, maar wat zit er achter? Bij dit schilderij past goed haar uitspraak, dat een kunstwerk de ware werkelijkheid laat zien als een vermoeden. Het werk is een prisma, dat alle kleuren van het leven onder een of andere hoek in de ziel van de kunstenaar breekt. En die kleuren maken het kunstwerk.

De zwarte vrouwen, noemde ze dit schilderij. Het zijn er zeven in getal. Zeven. Wasvrouwen zijn het; een beeld dat jarenlang een grote rol speelt in Werefkins werk. Wil ze zichzelf zuiveren van haar lichtvaardig verleden? We zien de bergen achter Murnau, maar zowel de bergen als het dorp zien er in het voorjaar van 2011, als wij er vertoeven, anders uit. Kenners zeggen dat de huizen eerder doen denken aan de typisch Russische bouw uit haar vroegste jeugd. De zwarte vrouwen hebben in de purperen beek onder hun woonplaats de was gedaan en vijf zijn alweer op weg naar huis. Schijnbaar moeiteloos dragen ze hun toch vast niet lichte last. Dat is verwonderlijk. Er gaat van hun gang een bijna sacrale waardigheid uit alsof ze, na deze zuivering, een boven de tijd verheven weg gaan. Niet gewoon naar Murnau, maar naar de verte. Je zou daar links op het schilderij het ochtendgloren verwachten. Maar nee; om met de Emmaüsgangers te spreken, het is bijna avond en de nacht gaat komen. Zij willen met hun woorden Jezus, de opgestane, aan zich binden. “Heer, blijf bij ons!” Maar Jezus gaat weg, het was een visioen. En tegelijk weten de leerlingen: Hij is er toch, wij hebben met hem brood en wijn gedeeld. Pasen, opstanding blijft een mysterie. We blijven altijd op weg, daar naar toe waar we weten recht en vrede te zullen vinden. Daar waar het eeuwig licht aanwezig is. Kijk, en daarheen zijn ook de zeven vrouwen op weg.

Marianne Werefkin brengt in al haar werk haar mystieke en symbolische gevoelens tot uitdrukking, en hier toont zij ons de levensweg van de mens, hun bestaan vol moeiten en vreugden, en de lokroep die uitgaat van het eeuwig licht, hun uiteindelijke doel. Het doet mij sterk denken aan de woorden van Jezus: “Mijn schapen horen naar mijn stem, ik ken ze, ze volgen mij en ik geef ze eeuwig leven.” Voor mij heeft Werefkin deze woorden hier echter op een bijzondere manier uitgebeeld, passend bij onze tijd en wijze van leven. Wij zien het leven immers niet meer als een aards tranendal. Werefkin legt een directe verbinding tussen ons gewone concrete aardse leven en het verborgen leven met God. De zwarte vrouwen zijn bereid. Ze doen hun alledaagse werk met genoegen; dat zie je aan de twee vrouwen die nog bezig zijn. Ze wassen, en tegelijk reinigen ze zich en gaan op weg naar het Licht.

Marianne Werefkin toont mij op haar wijze de kern van het geloofsmysterie. Die kern is verborgen in het gewone , verborgen in de wonderen van Gods schepping.

Voor een christen is de concrete aardse mens Jezus van Nazareth in het geloof, in het verborgene, de Christus, de kroon van de schepping. Dat is het mysterie dat wij uitbundig vieren met Pasen. Dit geheimenis komt voor ons elke zondag in avondmaal en eucharistie tot volle ontplooiing. Daarin is Jezus Christus zelf in het verborgene aanwezig in ons midden. Hij zegt ons: dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed, neemt, eet en drinkt en leeft met mij.

En als wij komen, als wij zijn roepstem volgen, vormen wij zijn gemeenschap en ontvangen eeuwig leven, hier en nu.