Albert Ploeger Kunstmeditaties

(Categorie: Reizen)

Over de Elbe

Hoog in het noorden van Sachsen-Anhalt liggen aan de Straß der Romanik vier prachtige rode baksteen kerken, in de plaatsjes Diesdorf, Salzwedel, Arendsee en Havelberg. Baksteen, want net als bij ons is hier alleen klei voorhanden; versieringen in natuursteen zijn er wel, maar die steen moest over de Elbe worden aangevoerd uit het Elbsandsteingebirge. Dat men in deze afgelegen streken zulke grote kostbare bouwwerken aantreft lijkt verwonderlijk. Totdat je hoort dat hier rijke kloosters en Stiften hebben gestaan, gesticht vanaf de tijd dat deze deelstaat met haar hoofdstad Maagdenburg het schatrijke middelpunt van Europa was. In 962 werd de Saksische koning Otto I door de paus tot keizer gekroond van wat het Römische Reich Deutscher Nation zou gaan heten. Hoewel het machtscentrum later elders lag, bleef rijke Saksische adel in dit gebied die kloosters stichten. Dit had niet alleen met hun vrome gemoed te maken. Otto, zijn voorganger en zijn opvolgers breidden hun gebied steeds verder uit en probeerden hun nieuwe onderdanen te bekeren tot het katholieke geloof. De kloosters waren dus ook een soort geloofsgarnizoenen aan de grenzen van het rijk.

Elbe, Havelberg
Havelberg aan de Elbe

Rond 1050 strekte zich het gebied van de Saksen tot ver over de Elbe uit, al werden zij ook wel weer tijdenlang tot over de rivier teruggedreven door de heidense Slaven. Klooster Arendsee, gesticht in 1181, ligt nog veilig zo’n veertig kilometer het westelijke land in. Havelberg echter is een heuvel aan de oostkant van de Elbe. Na de slag bij Lenzen in 929 was hier een burcht gebouwd die een bruggenhoofd vormde aan de oostkant van de Elbe voor de Saksische expansie in Slavisch gebied. Vandaar dat Otto I er in 946 een bisschopszetel vestigde. De eerste bisschop, Dudo, moet al een kerk gebouwd hebben, maar die is verwoest toen de Slaven zich terugvochten. De Romaanse delen van de huidige dom stammen uit ongeveer 1150. Volgens een oude kroniek bouwden sommigen een burcht, bewaakten anderen de plaats vanwege aanvallen van Slaven, terwijl deze heidenen ook nog eens bekeerd moesten worden.

Ik kan mij niet goed inleven in die barre tijden toen twee totaal verschillende vormen van cultuur tegenover elkaar stonden aan de Elbe.

Toch hebben Joke en ik een curieuze herinnering aan dit gebied. We wilden de vijfenveertig kilometer van Arendsee naar Havelberg binnen het uur afleggen. Dat paste in onze planning; niet alleen het bezichtigen van de Dom maar ook van het plaatsje zouden de nodige tijd vragen. Bovendien moesten we eerst een restaurant zoeken. Daarmee is het slecht gesteld langs de Straße der Romanik. Zowel in Diesdorf als in Salzwedel waren alle eethuizen gesloten – tijdelijk of voorgoed. We namen aan dat in het grotere en meer toeristische Havelberg wel een open eethuis te vinden zou zijn.

Helaas hadden we niet goed op de kaart gekeken, want tussen Arendsee en Havelberg ligt de Elbe, en wel zonder brug. Dat zou een kwartier extra oponthoud kosten – en veel geld; vreemd genoeg zijn bruggen gratis te passeren en kost een veerboot naast extra oponthoud nog geld ook. Maar dat was niet het ergste. Kennelijk is de situatie sinds de Middeleeuwen nog dezelfde gebleven: de Elbe scheidt twee gebieden die nauwelijks met elkaar communiceren. De weg vanaf Arendsee is van goede kwaliteit tot de afslag naar het zuiden. Dan begint in oostelijke richting een gekronkel over smalle wegjes die verhard zijn met keien. Tot aan het volgende dorp, het laatste voor de rivier, gaat het nog een beetje, daarna durf ik nog maar dertig per uur te rijden, manoeuvrerend over hobbels en kuilen. Het lijkt wel of er tientallen jaren zware Russische tanks over dit wegje in het Oost-Duitse land hebben rondgeoefend. De straatkanten zijn diep weggezakt. Maar we komen bij de Elbe – waar dus geen brug is. Onze gloednieuwe navigatie geeft het keurig aan, de pijl is gestopt vlak voor het blauwe gebied.

Nagivatie, op de Elbe
Autonavigatie te water

Gelukkig maar, zeggen we als we de rivier voor ons zien. Wat een imposante snelstromende watermassa’s! Ik kijk naar het Zuiden en denk terug aan ons bezoek aan Dresden, vlak na de grote overstroming van de Elbe. Dit Tsjechisch bergwater komt daar eveneens vandaan en verdwijnt pas bij Hamburg in de zee.

De lucht is blauw met witte wolken, een echte Hollandse wolkenlucht. Het land is frisgroen met weiden, riet, elzen bosjes, wilgen, een oer-Hollands landschap.

Daar is de pont. De navigatie loopt mee met de vaart van het schip – een rode pijl in het blauw.

We zijn bijna aan de overzijde – waar zijn onze bewakers? Lopen er Slaven rond? Je kunt je op zo’n wegje in de bush van alles in het hoofd halen. Uiterste voorzichtigheid is geboden. Maar niet vanwege heidense vijanden. Hier aan de Havelbergse kant is de weg – het pad – nog rigoureuzer beschadigd. Ik schuifel, de kilometerteller staat op 12. Een overjarige Trabant die achter mij stond op de pont, schiet mij half door de berm voorbij. Rijdt vast wel dertig! Eigenlijk durf ik niet verder met onze nieuwe auto. Het duurt maar even, ik zie een barrière en het gele bord met de woorden Umleitung. Gelukkig! Voor het eerst een omleiding die ons genoegen doet. Want nu gaat het veel beter. We rijden over een tamelijk hard zandpad met weinig kuilen, dwars door een uitgestrekte Schrebergarten, een volkstuincomplex. Drie meter breed, met passeerplaatsen. Maar wie zou ons in vredesnaam willen passeren om het land van de Slaven te verlaten en naar de Saksen te gaan?

Twintig minuten later staan we boven op de Havelberg, naast de Dom. Wat een majestueuze kerk! Ze werkt Gotisch, op Romaanse fundamenten.

Elbe, Havelberg
Dom Havelberg

Dwars op het grote koor sluit een monumentale Lettner het deel van de monniken af van het schip waar het volk mag staan. Om aan materiaal te komen heeft men vrachten Elbe-zandsteen op vlotten de rivier af laten drijven. In de bocht, waar de Havel uitmondt in de Elbe, ving men de lading op. Ik zie het voor me: de houten stammen, op elk vlot een enorme blok zandsteen vastgebonden, twee mannen die de zaak drijvende hielden in de grillige bochten, vierhonderd kilometer van Dresden tot Havelberg, onder de blauwe hemel met haar Hollandse luchten. Eigenlijk was het transport omhoog, de heuvel op, naar de bouwhut, nog wel zo lastig. Waren er toen, rond 1300, nog vijanden, Slaven, die het transport probeerden te saboteren? Integendeel zij zijn de horigen geweest die het zware werk opknapten. Hun ouders zullen allang gedwongen zijn geweest zich te laten dopen. In de resten van de afgebrande Romaanse kerk. Nu maken beeldhouwers uit alle windstreken, van Lübeck tot de Bohemen, de Lettner. Het beeldhouwwerk is vier meter hoog en bijna achttien meter lang. Het toont de gruwelijke lijdensweg die Jezus ging van Gethsemane naar kruisiging. Maar als je er voor staat, zie je enkel elegante sculpturen, een hoogstaand Gotisch kunstwerk. Kunst die schoon verbloemt welk werelddrama zich eens heeft afgespeeld. Uit Elbe-zandsteen. Zoals de Elbe zelf, toen ik haar wonderschone stroom zag, alweer eeuwen verbloemt dat zij eens de grens was tussen christen en heiden, tussen veroveraars en overwonnenen, tussen vrijwillig gedoopten en hen die tot de doop gedwongen werden.